8 juli 2022
Blog #38 Liever een BUP dan een WUP?
Door Tessa Steunenberg, trainee bij Nieuwe Energie Overijssel
Tessa Steunenberg is trainee bij Nieuwe Energie Overijssel. Zij ging op vrijdag 3 juni op werkverkenning in Hengelo. Hier bezocht zij Twence en de wijk de Nijverheid. Twence is een afvalverwerker die warmte levert aan een warmtenet dat woningen in Hengelo van warmte voorziet. Na het werkbezoek aan Twence fietst zij de woonwijk in. Hier vraagt zij zich af of het niet slimmer is om op buurtniveau te opereren in plaats van wijkniveau.
Op de fiets
Na ons bezoek aan Twence stapten ik en de andere trainees weer op de fiets. We volgden de stoomleiding richting DEC Noord. Hier vertelde Ineke Nijhuis van de gemeente Hengelo over hoe het lokale lage temperatuur-warmtenet in Hengelo is ontstaan. De stoom, die vanuit Twence geleverd wordt aan nabijgelegen industrie en wordt ingezet voor de warmtevraag van industriele processen, gaat in afgekoelde vorm door naar DEC Noord. Daar wordt de afgekoelde warmte in het lage temperatuur-warmtenet met warmtepompen opgewaardeerd, voordat het naar de gebruikers gaat. Ik vond het erg leerzaam om dit proces een keer van dichtbij te kunnen bekijken. Hierna zijn wij doorgefietst naar de wijk de Nijverheid samen met iemand van woningstichting Welbions. Welbions heeft een groot deel van de huurwoningen in deze wijk in beheer. Welbions gaf een presentatie over de uitdagingen die hun ervaren als woningstichting binnen de energietransitie en het aardgasvrij maken van hun gebouwen. De Nijverheid wordt genoemd als een potentiële wijk die aangesloten zou kunnen worden op het nieuw aan te leggen Hoge Temperatuur-warmtenet van Twence, geschikt voor slechter geïsoleerde woningen (gebouwd voor 1995). De wijk bestaat uit voor een groot deel uit huurwoningen die in bezit zijn van een woningcoöperatie en een kleiner deel koopwoningen.
'Is een buurtuitvoeringsplan (BUP) slimmer dan een wijkuitvoeringsplan (WUP)?'
Tessa Steunenberg, trainee bij Nieuwe Energie Overijssel
Diversiteit is uitdaging
We begonnen de middag in een buurtgebouw waar we toelichting over de wijk kregen. Hierna zijn we in groepjes de wijk ingegaan met een aantal vragen. Wat mij opviel was de grote diversiteit aan soorten woningen. Er stonden veel woningen uit de jaren dertig, maar ook appartementen uit de jaren zestig en zeventig. Daarnaast was een deel een stuk nieuwer van rond het jaar 2000. Deze diversiteit van woningen zorgt ook voor een groot aantal uitdagingen. Sommige nieuwe woningen zijn al helemaal gasloos en goed geisoleerd. Een Hoog Temperatuur warmtenet is geschikt voor slechter geïsoleerde woningen (gebouwd voor 1995). Isoleren is dan nog wenselijk, maar niet direct noodzakelijk, met de inzet van zo’n warmtenet. Bij het realiseren van een warmtenet is het belangrijk dat je een groot deel van de woningen mee krijgt om dit rendabel te maken.
WUP vs BUP
Bij het aardgasvrij maken van een wijk wordt er binnen de gemeenten gesproken over een wijkuitvoeringsplan (WUP). In dit format wordt er altijd één plan gemaakt over hoe de wijk van het aardgas af gaat. Maar na het wandelen door de wijk en het zien van alle verschillen vraag ik mij sterk af of dit wel een aanpak is die het beste werkt voor de bewoners. Zouden we niet de wijk moeten opsplitsen in buurten en per buurt kijken wat voor die specifieke groep bewoners de beste oplossing is? Op deze manier kunnen er verschillende buurtuitvoeringsplannen (BUP) ontstaan die geschikt is voor een klein deel van een wijk. Hierdoor krijg je kleinere plannen, maar sluiten ze waarschijnlijk wel beter aan bij de bewoner. Op deze manier kun je op maat plannen maken, per woningsoort en bewoner.
Ga de wijk in
De grootste les die ik meeneem van dit bezoek is dat wij als ambtenaren vanuit ons kantoor wel plannen kunnen maken, maar dat het ontzettend belangrijk is om de wijk in te gaan. De wijk leren te begrijpen en een plan maken die de diversiteit van een woonwijk in gedachte houdt.