14 oktober 2022
Opgaven koppelen helpt gemeenten bij het realiseren van de energietransitie
De energietransitie is een opgave die niet op zichzelf staat. Ze kan niet los worden gezien van andere maatschappelijke opgaven zoals klimaatadaptatie en circulaire landbouw. In het MARET onderzoeksprogramma, dat door verschillende provincies is opgezet in samenwerking met NWO, heeft de Universiteit Twente één van de 4 deelthema’s bij de kop gepakt. Voor het thema “De regionale energietransitie als systemische verandering: koppeling aan andere maatschappelijke opgaven” is met diverse stakeholders gekeken hoe een integrale benadering de energietransitie kan versnellen. Het onderzoek resulteerde in een eindproduct dat diverse handvatten biedt voor gemeenten om mee aan de slag te gaan.
De energietransitie is een lastige uitdaging. Om het niet nog complexer te maken zien gemeenten vaak af van een integrale benadering. Dit is jammer want integratie biedt ook kansen om draagvlak of maatschappelijke meerwaarde te vergroten. Waar liggen de kansen om te integreren? Welke factoren hebben invloed op integratie? Hiermee ging een team onder leiding van Joanne Vinke de Kruijf, universitair hoofddocent bij Universiteit Twente, aan de slag. Joanne: Bij het ontwikkelen van het onderzoeksvoorstel hebben we met verschillende gemeenten in Overijssel contact gezocht. Een groot aantal gemeenten bleek te worstelen met het integreren van de energietransitie en andere maatschappelijke vraagstukken. Dalfsen en Hardenberg sloten zich aan als partner.”
Integratiemogelijkheden
In verschillende Overijsselse gemeenten zijn projecten bestudeerd. Hier waren bijvoorbeeld plattelandsgemeenten bij, waar grote natuur en landbouw uitdagingen spelen die kansen bieden voor integratie met de energietransitie. In het project is bijvoorbeeld gekeken hoeveel mestvergisting en biomassa bijdragen aan het opwekken van duurzame energie en het verminderen van stikstof. Maar er is ook gekeken naar de gebouwde omgeving. Wijken en bedrijventerreinen, waar klimaatadaptatie, biodiversiteit en vervangingsopgaven spelen. En soms ook sociale vraagstukken van invloed zijn. “We zagen dat sommige gemeenten al heel actief bezig zijn. Enschede experimenteert bijvoorbeeld met Dynamische Investering Agenda (DIA) aanpak. Tijdens het slotsymposium, dat we aan het eind van ons project hebben georganiseerd, gaven gemeenten aan dat de “regels” die we hebben gebruikt om bestaande, veelal sectorale processen, mee te bestuderen houvast bieden. Ze geven inzicht in waarom integratie niet van de grond komt maar helpen ook bij het ontwerpen van meer integrale processen,” vertelt Joanne.
Resultaten
Het project heeft een aantal concrete resultaten opgeleverd die gemeenten kunnen helpen bij het gecombineerd aanpakken van de energietransitie en andere uitdagingen. Zo maken de berekeningen van het integratiepotentieel voor platteland kansen heel concreet. Onderzoek in het stedelijk gebied laat heel concreet zien welke context- en procesfactoren integratie belemmeren of juist ondersteunen. Investeren in goede relaties, heldere communicatie over integrale ambities, open uitwisseling van informatie en een standpunt over maatschappelijke kosten en baten zijn voorbeelden van factoren die ondersteunend werken. Joanne: “We hebben een set met kritische vragen gemaakt, en bijbehorende regels. Bijvoorbeeld: Is integratie wel voldoende verkent? Wordt informatie wel voldoende gedeeld? Hebben partijen uit andere sectoren wel een positie? Door dit proces in gezamenlijkheid te doorlopen krijg je inzicht in alle factoren.”
Beschikbare instrumenten
Het project RETSI geeft een mooi overzicht van beschikbare instrumenten en manieren om de verkenning samen aan te gaan, wel of niet ondersteund door instrumenten. Berekeningen van integratiepotentieel kan ook voor andere oplossingsrichtingen worden uitgevoerd. Hetzelfde geldt voor bredere maatschappelijke kosten-batenanalyses. En er kan onderzoek uitgevoerd worden voor procesontwerp (soort van uitgebreide stakeholder analyse). “Indien gemeenten vragen hebben met betrekking op de energietransitie, dan is het kennisloket het centrale punt om deze vraag te stellen. We hebben in Overijssel al zoveel kennis beschikbaar, laten we hier vooral gebruik van maken!,’ sluit Joanne af.
Meer weten over het kennisloket? => Klik hier
Bekijk de animatie van het kennisloket en stel je vraag!