27 augustus 2024
PBL: zekerheid over de kosten heel bepalend voor het draagvlak warmtenetten
Wat vinden burgers van de ideeën om wijken aardgasvrij te maken? Het Planbureau voor de Leefomgeving deed er uitgebreid onderzoek naar. Conclusie: veel mensen begrijpen het idee om van het gas te gaan, maar zekerheid over de kosten zijn heel bepalend voor het draagvlak.
In 2050 moeten alle ongeveer 500.000 woningen in Overijssel aardgasvrij verwarmd worden. Voor een groot deel van de woningen geldt dat het zal uitdraaien op een individuele oplossing, zoals een warmtepomp. Maar voor veel wijken zal gelden dat een warmtenet de beste oplossing is. Een warmtenet is een collectieve oplossing is waarbij hele wijken of buurten overstappen op een centraal verwarmingssysteem, wat ingrijpende veranderingen met zich meebrengt. Bewoners hebben weinig keuzevrijheid en zijn afhankelijk. Toch is de aanleg van een warmtenet heel afhankelijk van de bereidheid van bewoners.
Uit het onderzoek (Marten, M et al. (2024), Aardgasvrij: een goed idee, maar… Hoe legitiem vinden burgers beleidskeuzes in de warmtetransitie?, Den Haag: Planbureau voor de Leefomgeving) komen de volgende belangrijke conclusies naar voren die meer inzicht geven in het belang van draagvlak en welke elementen daarbij een rol spelen.
1. De meeste burgers vinden het idee van aardgasvrij verwarmen aanvaardbaar, vooral vanwege redenen zoals klimaatverandering en energieonafhankelijkheid.
“Zij zijn het veelal eens met de inhoudelijke redenen om over te stappen op aardgasvrij verwarmen”, schrijven de auteurs. “Uit dit onderzoek blijkt ook dat 88 procent van de burgers minder afhankelijk van andere landen wil zijn voor energie. 76 procent vindt klimaatverandering een belangrijk probleem. De meeste burgers denken dat overstappen op aardgasvrij verwarmen helpt om klimaatverandering tegen te gaan en minder afhankelijk te worden van energie.”
2. Het lage vertrouwen in de overheid belemmert de acceptatie van het aardgasvrijbeleid. Veel burgers voelen zich niet goed vertegenwoordigd en twijfelen aan de transparantie en eerlijkheid van de overheid.
Dat heeft ook invloed op de acceptatie van beleid. 54 procent van de burgers vindt niet dat gemeenten mogen besluiten om het aardgasnet van een wijk weg te halen. “Deze notie is belangrijk omdat we verwachten dat burgers die geen vertrouwen hebben in de autoriteiten die het beleid maken, sceptisch zullen zijn over de wijkplannen binnen het aardgasvrijbeleid.”
3. De betaalbaarheid en eerlijke verdeling van de kosten zijn cruciaal voor de ervaren legitimiteit van het beleid. Onzekerheid over de kosten en een gebrek aan collectieve kostenverdeling verminderen de acceptatie.
Het rapport benoemd dat in de Proeftuinen aardgasvrije wijken (PAW) vrij veel subsidies beschikbaar waren en het toen al een uitdaging was om voldoende inwoners enthousiast te maken. “We verwachten dan ook dat het voor gemeenten zonder deze subsidies zeer lastig zal zijn om grote groepen burgers mee te krijgen in de uitvoering van het aardgasvrijbeleid.”
“Burgers verwachten dat de kosten om wijken zonder aardgas te gaan verwarmen onzeker en hoog zullen zijn, en dat ze niet eerlijk verdeeld worden. Als er onzekerheid is over de kosten van aardgasvrij verwarmen, als de overheid niet bijdraagt aan de kosten voor de overstap of als er grote verschillen in kosten ontstaan tussen wijken, vinden burgers de wijkplannen minder legitiem. Burgers vinden wijkplannen meer legitiem als kosten collectief verdeeld worden en er rekening wordt gehouden met draagkracht.”
Welk scenario kan op het meeste draagvlak rekenen?
Als dit scenario werkelijkheid zou worden, heeft 10 tot 21 procent van de burgers nog steeds de intentie om te protesteren tegen het aardgas-vrijbeleid in hun wijk. Als zij een wijkplan maken dat op alle punten overeenkomt met wat burgers legitiem vinden, behalve op de punten over de kosten en de verdeling daarvan, is de protestintentie 30 tot 50 pro-cent.
4. Burgers ervaren het bredere klimaatbeleid als inconsistent, wat hun vertrouwen in het aardgasvrijbeleid ondermijnt. Een voorbeeld is de afbouw van de salderingsregeling.
5. Voor een bredere acceptatie is een koerswijziging nodig, waarbij de overheid meer verantwoordelijkheid neemt, en er beter wordt geluisterd naar de zorgen van burgers. Dit omvat ook het herstellen van het vertrouwen tussen overheid en burger.
“Burgers vinden wijkplannen niet aanvaardbaar als belangrijke beleidskeuzes afwijken van wat ze legitiem vinden. Zij verwachten dat het aardgasvrijbeleid zal afwijken van wat zij legitiem vinden op het gebied van betaalbaarheid en kostenverdeling. Deze twee aspecten vinden ze doorslaggevend voor ervaren legitimiteit. De meeste burgers hebben een sterke voorkeur voor het collectief delen van kosten. Het (voorgenomen) aardgasvrijbeleid voorziet niet in een meer collectieve verdeling van de kosten.”
6. Burgers verwachten dat de Rijksoverheid een grotere rol speelt in het coördineren en financieren van de warmtetransitie, in plaats van deze verantwoordelijkheid grotendeels bij individuele burgers neer te leggen.
De onderzoekers stippen ook een belangrijke zorg aan. “Gemeenten, die de wijkplannen van het beleid uitwerken, hebben beperkte mogelijkheden om aan te sluiten op wat burgers legitiem vinden. Ze hebben weinig tot geen mogelijkheden om de kosten van de overstap collectief te dragen. Ook kunnen zij voor de lange termijn geen zekerheid geven over warmte- en/ of elektriciteitsprijzen, en kunnen zij het ontstaan van kostenverschillen tussen wijken niet voorkomen als deze wijken bijvoorbeeld gebruik maken van verschillende verwarmingstechnieken.”